

Bedenk eerst hoe je de muur wilt afwerken:
- Glad stucwerk bereik je met roodband, afgewerkt met een laagje Fix & Finish.
- Voor een wand die behangen moet worden, gebruik je roodband.
- Een fijne korrelstructuur krijg je met geelband
Bereken vervolgens hoeveel gips je nodig hebt. Per zak van 25kg geldt:
- Geelband: 3m 2 (laagdikte 10 mm)
- Roodband: 6m 2 (laagdikte 5 mm)
- Geelband: 4m 2 (laagdikte 5 mm)
Verwijder loszittende delen van de muur. Vul gaten met gips of muurvuller. Beplak scheuren in de muur of naden tussen gipsplaten met stucgaas. Strijk de muur met een blokkwast voor met diepgrond om de zuigende werking te verminderen.

Een raaplaag is alleen nodig op een kale muur bij schoon metselwerk. Dit kan met goudband. Die breng je in een dikke laag aan en hecht extra sterk. Meet of de muur overal even hoog is. Zaag een aantal latten op maat. Deze doen dienst als geleiders. Timmer deze latten met een paar betonspijkers op de muur, 1 meter uit elkaar. Stel ze waterpas en zorg dat de voorkanten in één lijn liggen. Vul ze (waar nodig) uit met stukjes hardboard.

Breng bij een buitenhoek een eindlat aan met behulp van betonspijkers. Stel deze waterpas en controleer of de lat lijnt met de geleidelatten.

Maak de stucmortel (goudband) aan volgens voorschrift. Meng de mortel goed door met een boormachinemixer.

Schep met de troffel stucmortel op het spaarbord. Breng dit met de metalen plakspaan grof op de muur aan tot de geleidelatten helemaal zijn ingebed. Doe dit met draaiende bewegingen en werk van onder naar boven.

Verwijder het teveel aan gips door de reilat van onder naar boven over de geleidelatten te schuiven. Vul deuken op met wat gips.

Wacht tot de buitenzijde van de laag iets is opgedroogd. Verwijder de geleidelatten, maar laat de eindlat zitten. Vul de gleuven op met stuc.


De afwerklaag maak je zo: maak de stucmortel volgens de gebruiksaanwijzing aan in de speciekuip. Roer hem goed door met de boormachinemixer.

Plak met wat gips een dun hoekprofiel op een buitenhoek.

Breng met een metalen spaan een dunne laag (5 mm) gips aan. Doe dit met draaiende bewegingen en werk van onder naar boven.

Trek met het spackmes de laag zo glad mogelijk.

Laat de laag zo opdrogen dat er geen kuiltje ontstaat als je er licht op drukt. Egaliseer de laag met het schuurbord. Doe dat met draaiende bewegingen.

Laat de muur verder drogen. Strijk hem glad met het spackmes en de metalen spaan. Voor een fijne korrel (schuurwerk) schuur je de muur nogmaals zacht op met het schuurbord. Doe dat ook in draaiende bewegingen.
bron:http://www.karwei.nl/advies-en-inspiratie/stucen/
139 total views, 1 views today